Hieronder is een overzichtelijk schema van de studie “De sociogenese van de begrippen beschaafd en beschaving”: van Hans van Keken (1979)


1. Inleiding

  • Doel: Onderzoek naar de sociale oorsprong en ontwikkeling van de begrippen “beschaafd” en “beschaving” in Nederland.
  • Methode: Sociogenetische benadering van Norbert Elias.
    • Begrippen worden in hun historische en sociale context geplaatst.
    • Sociale verhoudingen en betekenissen van de begrippen worden geanalyseerd

2. De sociogenese van buitenlandse begrippen

  • Civilisation (Frankrijk):
    • Ontstaat rond 1750 uit het oudere civilité.
    • Verwijst naar een proces van culturele en morele vooruitgang.
    • Geassocieerd met de burgerij, als reactie op de aristocratische waarden van civilité.
  • Kultur (Duitsland):
    • Ontstaat later dan civilisation, in contrast daarmee.
    • Kultur: Innerlijke waarden en intellectuele ontwikkeling.
    • Zivilisation: Geassocieerd met oppervlakkige gedragsregels van de adel.

3. Het begrip “beschaafd”

  • Ontstaan:
    • Begin 17e eeuw: Letterlijke betekenis “afgeschaafd, gepolijst”.
    • Later in de 17e eeuw: Figuurlijke betekenis van verfijning en beleefdheid.
  • Sociale functies:
    • In de bovenlaag:
      • Exclusief begrip om de adel en patriciërs te onderscheiden van lagere sociale klassen.
    • In de burgerij:
      • Uiting van streven naar sociale mobiliteit en adoptie van aristocratische normen.
      • Onderscheid tussen stadse verfijning en plattelandsgedrag.
  • Kritische stemmen:
    • Schrijvers als Justus van Effen hekelden “uiterlijke” verfijning zonder innerlijke waarden.

4. Het begrip “beschaving”

  • Etymologie:
    • Oorsprong in het Middelnederlandse “bescaven” (afschaven, polijsten).
    • Overgang naar de huidige betekenis begint na 1750.
  • Betekenisontwikkeling:
    • Aanvankelijk gericht op specifieke zaken (bijv. verfijning van taal).
    • Later verwijst het naar een breder proces van maatschappelijke vooruitgang.
    • Tegen de 18e eeuw: Betekenisuitbreiding naar nationale cultuur en zedelijkheid.
  • Sociale functies:
    • Burgerlijke emancipatie: Het begrip werd door de burgerij gebruikt om haar streven naar een betere samenleving te ondersteunen (bijv. door educatie en moraal).
    • Maatschappelijke bewegingen:
      • Zeeuws Genootschap der Wetenschappen (1778): Gebruik van “beschaving” in educatieve context.
      • Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (1784): Gericht op beschaving van de lagere standen.

5. Vergelijking tussen begrippen

BegripContext en focusSociale functies
CivilisationFrankrijk: Morele en culturele vooruitgang.Proces van sociale emancipatie, geleid door de burgerij.
KulturDuitsland: Innerlijke waarden en intellect.Verzet tegen de oppervlakkigheid van de adel.
BeschavingNederland: Nationale en sociale ontwikkeling.Ondersteuning van educatie, moraal en vooruitgang.

6. Conclusie

  • De begrippen “beschaafd” en “beschaving” weerspiegelen sociale en culturele verschuivingen in Nederland:
    • Aanvankelijk exclusief voor de bovenlaag.
    • Later instrumenten van burgerlijke emancipatie en nationale zelfreflectie.
  • De Nederlandse begrippen zijn nauw verwant aan civilisation en Kultur, maar hebben unieke historische ontwikkelingen doorgemaakt.

Gegenereerd door ChatGPT