Weer zien

Weer zien

Bij tijd en wijle doemen ze voor mij op.
Maar dat kan toch niet,
het zijn doden.
Nu ja,
overleden naasten

Het werkt onthutsend.
Kijk,
daar fietst lieve Willem –
jeetje,
geen spat veranderd.
Zie,
daar loopt Klaas weer–
ach,
Wat had ik veel met hem op.
En toch
Ze zijn
allen gegaan. 

Vreemd,
jou te zien.
Zo
Op straat.
Maar dat kan
natuurlijk niet.
Ze lijken erg benaderbaar
Stop nou, ik heb vragen
Hoe is het met je en heb je nog steeds…

Ze verdwijnen altijd uit zicht
voordat ik bij ze kan komen.
Ik zal er
nooit
aan kunnen wennen.

Als levende herkenningen
gaan zij
voor mij uit

Zie ik het echt?
Natuurlijk
niet.
Ze lijken er wel erg veel op.
Mijn geest zoekt ze weer te zien.


Hans van Keken, juli 2025